
KNSB: Bekokstoofd (Pallas 1)Zo werkt het natuurlijk niet, maar je moet wat, wanneer je zoals Pallas 1 na drie nipte nederlagen een lucky 4-4 tegen Almere, stijf onderaan staat in Klasse 3A van de KNSB competitie 2025-2026. Smeken is echter niet naar MAX’ aard, gewérkt zal er worden, en daarom had hij het team opgeroepen voor trainingsbijeenkomst ter voorbereiding op het thuisduel tegen de Groninger Combinatie 3, dat een dag later gepland stond. Mens sana in corpere sano, luidt het gezegde en MAX, sfeergevoelig als hij is, liet de training dan ook voorafgaan door een zeer voedzame én lekkere maaltijd. Kenners van de Deventer horeca zal het niet verbazen dat MAX een potje kan schaken én koken en al geeft hij zijn recepten niet graag prijs, terecht houdt hij het voor genoegzaam bekend dat voor een overwinning aan het schaakbord één ingrediënt onontbeerlijk is. Stoof á la MAX Een strijdplan hadden we ook. Onze toppers zouden – hoe zeg ik dit modern – hun ding doen aan bord 1-2-3. “Keepen kan je overal” was het motto voor Matthijs en Bas en zij waren voor de gelegenheid naar plek 4 en 5 verhuisd. In onze staart zat in de toch zeer goedertieren persoonlijkheden van Pim, Jim en Radboud het venijn: daar zou een verrassingsaanval plaatsvinden. Qua ratinggemiddelde ontliepen de beide teams elkaar nagenoeg niets; onze ratingspreiding was breder dan die van de sympathieke Groningers. Drs. Capel sr. zal me wellicht gispen voor dit wetenschappelijk ongetwijfeld onverantwoorde taalgebruik. We zijn gewoon een heel divers team. Plan = Uitvoering De partijen. René opende de score, met wit aan bord 2 tegen Mathijs Huiskes. Na 24 zetten gaf deze er de brui aan, punt voor ons! Het leek erop dat René Mathijs uit de tent lokte, die deze laatste op de damevleugel wilde opslaan. Wit deed schijnbaar voorzichtige zetjes (hoewel hij even zijn e4-pion liet instaan, een kleinigheid waar zwart geen acht op sloeg), terwijl de Groninger zijn hele damevleugel, althans de pionnen, binnen 11 zetten liet opmarcheren naar diens vijfde (en Renés vierde) rij. Overextended of overextented, hoe dit ook zij, de tijd die zwart aan de boerenmars besteedde, werd door onze man gestoken in het ontwikkelen van zijn stukken, de korte rokade en het centreren van zijn torens. Al snel dreigde zwarts Le7 gepend te worden door Te1, paardvorkjes op b6 hingen in de lucht en toen Mathijs begrijpelijk, maar foutief, want te laat, kort ging, brak René met een welgemikt d4-d5 de stelling open, de baan brekend voor de witte toren om dood en verderf te zaaien, die al ras geoogst werd. Hulde! Na een kleine drie uur spelen werd het remise aan bord 3 en 4, in die volgorde. MAX en Matthijs zaten wat erg knus naast elkaar aan de bepaald smal uitgevallen tafels bij Thomas Wildey. Nu is MAX in de breedte wat sterker ontwikkeld dan steller dezes – hij haast zich hieraan toe te voegen: ook in de lengte en in de diepte, en dit alles zowel letterlijk als figuurlijk. Voeg hieraan toe dat MAX mij had opgedragen a. snel te spelen (vooral zet 5-10), b. remise te maken en c. maar dit niet eerder dan dat hij (MAX) het goed vindt, en de lezer begrijpt dat ik me toch wat ongemakkelijk en bekeken voelde. Van de andere kant: MAX’ nabijheid inspireerde me tot mijn hardste betonschaak ooit en Rudolf Potze kwam nooit in de buurt van een voordeeltje. Ik ook niet. Ook bij MAX werd van dik hout geen planken gezaagd. Adrian Clemens deed de afruilslaaf, bouwde met d4-e3-f4 een stenen muurtje, maar merkte dat MAX met een uitgestreken gezicht eenzelfde hindernis opwierp. Nadat alle zware stukken geruild waren over de c-lijn, vroeg de als altijd oplettende MAX beleefd aan Adrian of deze remise aanbood, want dat had de Groninger met “(=)” aan diens notatiebiljet toevertrouwd. Adrian was echter vergeten het even te vragen, maar al snel werden de handen geschud. Dit was voor mij het sein om de totaal vervlakte stelling nog verder te vervlakken, MAX vragend aan te kijken en na diens “goed”, dat meer als een bevel dan als een instemming klonk, remise aan te bieden. Dat vond Rudolf oké. Ik zat nog maar net de vele subtiele nuances, die onder het met Rudolf gestorte beton schuilgingen, te onderzoeken, toen René mij opdroeg de analysetafel te ontruimen en plaats te maken voor Jim en diens tegenstander Reno Emerencia. Nu was dat wel begrijpelijk, want Reno en Jim hadden aan bord 7 een mooie pot gespeeld. Reno stond met wit lang beter dan beide combattanten vermoedden, eigenlijk bleef het evenwicht best lang bewaard. Aldus Dr. Engine, maar optisch en praktisch leek het beter voor Jim. Die stond klaar om met Ta8-b8-b4-c4-g4 de kort gerokeerde witte koning te bedreigen. Dit alles in combinatie met Lf8-c5, Pf6-g4 en f7-f5-f4:g3:f2, op zijn Jims dus. Opmerkelijk was het evengoed, dat in de opening de witte aanval op Pc6 en Ta8, door de vereende krachten van Da4-Lg2-Pe5, die door Jim vakkundig werd gepareerd, door het beest als +1,3 voordelig voor Reno werd getaxeerd. Voor een leuk interview met Anish Giri over het verschil tussen het menselijke en de computergestuurde stellingsoordeel verwijs naar de Schaaksite. Maar een mooi en belangrijk punt voor Jim! Pim won met wit van Govert Pellikaan. Zijn partij leek een beetje op die van René. Ook hier een quasi-rustige witte opzet, ook hier een opmars van zwarte pionnen, in dit geval in de structuur c6-c5-d4, die echter voornamelijk zwak werd en door paarden op b3 en c4 in samenwerking met de witte dameloper Le3-d2-c3 aan flarden geschoten werd. In arren moede besloot Govert (die zich op onze 4e bord speler had voorbereid, opzetje geslaagd) zijn paard op d5 te offeren, waarmee zijn stelling, die al heel slecht was, maar een klein beetje nog slechter werd. Weer een punt voor Pim, die daarmee op 2:2 kwam, en de stand op 4-1 zette. Radboud bracht het tweede matchpunt binnen. Met wit speelde hij aan bord 8 tegen Peter Hendriks, die een Stonewall op het bord toverde. Was het de aanwezigheid van Martijn Hage, die even kwam kijken, die tot al deze muurtjes leidde? Peter ging er enthousiast tegenaan en liet zijn f-pion penetreren in Radbouds koningsloper-fianchetto. Radboud vond dat niet erg (ook niet echt lekker), borg zijn loper op h1 op en reageerde met een opstoot door het centrum, waarbij hij, heel thematisch, zijn andere loper op a3 liet binnenkijken en een penning tegen Pc5 tot stand bracht. Peters aanval was doodgebloed, terwijl Radbouds tactische kansen in het centrum hand over hand toenamen. Peters volgende foutje was beslissend en Radboud kon de partij uit-combineren. Gelet op stand in de wedstrijd vocht zwart nog lang door, hetgeen onze man de kans gaf de wedstrijd met een fraai Lc1 schaakmat te beëindigen. Het linksboven kwadrant van de slotstelling toont een zeer verdiende ereboog voor onze voorzitter! Loper c1 mat! Morris was als laatste bezig. Aan het topbord nam hij het met zwart op tegen Geon Knol. Morris kwam zonder problemen uit de opening. Er ontstond een spanningsvol middenspel zonder dames, waarin goed beoordeeld moest worden waar en hoe verschillende pionnen geruild zouden worden en welke stukkenactiviteit dan mogelijk werd. Op zet 28 bood Morris remise aan, maar Geon probeerde het nog even en dat bleek helaas terecht. In een nog steeds gelijke stelling met beiden een paard en loper, vergreep Morris zich op de 32ste zet. Na Lf8:Pd6 moest hij met een zwart paard de doortocht van een vrije h-pion, die Geon slim creëerde, verhinderen en dat is altijd lastig. Morris’ koning moest de d6 pion even in de gaten houden (en slaan), maar daardoor kon hij de h-pion niet meer houden. Zijn eigen vrijpion werd tegengehouden door de witte loper, die nu eenmaal verder kan kijken dan een paard… Dat was jammer, maar de matchpunten zijn binnen. Nog steeds staat Pallas 1 onderaan, maar na nog een overwinning staan we ineens in de middenmoot, ook al omdat het qua bordpunten allemaal heel dicht bij elkaar ligt. Philidor Leeuwarden: beware! Chesslounge
|