HOME aamenu ☰ MENU
Utrecht,  04-10-25  auteur: Robert Capel

KNSB: Oud Zuijlen 3 – DSG Pallas 2; 3 - 5

Vol goede moed ging de harde kern van vorig jaar (Frank v A, Marco, Robert, Henk), en versterkt met twee recente aanwinsten (Laurens en Gerben) en twee invallers (Jan Wout en Jeroen) in twee auto’s op zaterdag naar Utrecht. Het was misschien een kleine uitdaging om in Utrecht-centrum de weg te vinden, maar met enige marge moest dit toch redelijkerwijs lukken…..We hadden niet gerekend op feestelijke braderieën , afgesloten wegen en de gezellige koopdrukte van winkelend Nederland in Hoog Catharijne.

De eerste auto met Marco, Henk, Jan Wout en Jeroen kwam met een half uur vertraging binnen, waren Laurens en Frank het laatste stuk maar gaan lopen en kwamen Robert en Gerben na het vinden van een parkeerplek in Hoog Catharijne nog net op tijd binnenlopen (13.52).

Het enige juiste antwoord was toen: het hoofd koel houden, snel spelen en toeslaan.
Dat plan lukte uitstekend met Gerben en daarna Jan Wout (0 - 2), gevolgd door een verlies van Laurens en een bijzonder mooie winst van Marco met dameoffer (1 – 3). Daarna hadden we remises van Henk en Jeroen (2 - 4), en leek de winst binnen handbereik.
Frank verloor toch (3 – 4) maar vond Robert in het eindspel het ondekbare mat ( 3-5). Bijgaand de reflecties van de spelers op de eigen partij:

1. Frank:
Vanuit de "London" met wit een klein optisch overwicht gecreëerd, maar al de tijd binnen de (remise)marge. Rond de 40e zet heb ik niet gedwongen de dames geruild. Het overgebleven toreneindspel dacht ik remise te kunnen houden, maar dat had ik verkeerd ingeschat. 0-1.

2. Jeroen:
Ik stond de hele partij er goed voor met een centrumpion meer. Mijn tegenstander vond tegenspel en zette goed de druk erop. In complexe stelling deed ik een slappe zet in een poging het te vereenvoudigen. Hiermee verdampte gelijk het voordeel en kwam ik licht in het nadeel te staan. Op dit moment stelde mijn tegenstander remise voor. Gezien de gunstige stand op de overige borden (en de tijdsdruk) leek het mij onnodig risico te nemen en dus werd het remise.

3. Robert:
Tot mij vreugde speelde mijn tegenstander een aangenomen Koningsgambiet. Die vreugde verdampte snel. Door een paar haastige zetten werd ik onder de voet gelopen, met twee pionnen minder. Het interessante was echter dat de pionnenstructuur zo stond dat mijn tegenstander er weinig aanhad. Ik kon met de dame binnenvallen en gevaar stichten. In een complex eindspel vergat de vijandelijke dame te helpen verdedigen, waarna ik met dame en pion ondekbaar mat kon zetten.

4. Marco:
Philidor speelde ik. Mijn tegenstander verloor in de opening al snel een pion, en ik daarna met tempo mijn stelling snel kon verbeteren.
Opeens meende ik te zien dat ik met een dame offer een mat aanval in kon zetten. Mijn tegenstander deed daarna de zetten die ik zelf ook had berekend zodat het plan slaagde. 0-1
In de analyse bleek dat hij het plan toch kon weerleggen daar zijn dame terug te geven. Maar ook dat had mij een voordeel gegeven + 2,5, zodat ik de partij toch nog wel winnend had kunnen afsluiten.

5. Henk:
Op mijn e4 antwoorde mijn tegenstander met b6. Mij leek het het beste om met d4, Ld3 en De2 pion e4 te verdedigen. Na een te optimistisch c5 had ik volgens de computer analyse groot voordeel kunnen halen. Gemist, en na veel afruil bleef er een stelling over met beiden Dame + Paard. Potremise.

6. Laurens:
Continu verrast door mijn tegenstander, hij reageerde halverwege de opening met een b3 tegen de Pirc, ingewikkeld tactisch spel. gaf een Toren voor Loperpaar + pion, en leek daar voldoende compensatie voor te hebben. Zag een tactiek om dame te winnen, maar bleek daardoor ook mijn eigen dame en toren te verliezen en heb op moeten geven 0-1.

7. Jan Wout:
De voorbereiding kon beter: uiteindelijk zat ik met een nog natte broek van de regen en een klok die al veel tijd had laten verlopen aan tafel. Mede dankzij een tip van Henk om niet in paniek te raken, dat het wel goed komt met de tijd, had het weinig impact. Ik kwam zelfs met een voordeel uit de opening. Dit wist ik niet te behouden in het (zeer korte) middenspel. Na iets te veel ruilen van stukken was deze ook zeer kort. In een toren eindspel, was ik degene welke het initiatief had, en kon dit zet voor zet, voorbij zet 40, waardoor ik nog even de boel rustig kon bekijken, tot een goed einde brengen.

8. Gerben:
Na een onrustig begin vanwege braderie in Utrecht bleek een aanvankelijk pionoffer van mijn tegenstander in het Nimzowich een eerste en onbeheerste aanzet tot volledige vrijwillige overgave. Na afloop heb ik maar niet nagevraagd maar het leek erop alsof mijn tegenstander aanhanger was van het adagium ‘wees lief voor uw naasten en verneder uzelve’ ….