HOME aamenu ☰ MENU
Kampen,  10-04-17  auteur: Eric Goedhart

Pallas 2 bekroont seizoen 2016-2017 met behalen kampioenschap

Door winst in de uitwedstrijd tegen ZSG 3 bij de slotronde in Kampen zijn we kampioen geworden en promoveren we naar de 1e klasse Osbo. Denk en Zet O&O 2, onze kwelgeest uit de 3e ronde, wint tegen Dronten maar degradeert desondanks. Om het kampioenschap binnen te halen zou een gelijkspel weliswaar voldoende zijn om twee belagers – Caïssa en Pegasus die één matchpunt minder hadden – voor te blijven maar we waren van zins het seizoen passender in stijl af te sluiten met een ruime overwinning. Die kwam er na stevige strijd door overwinningen van René (1), Robbert (2), Radboud (3) en Willem (8), remises van Chris (4), Gerard (5) en King (6), en een verdiende nederlaag van de enige schlemiel van het team. Daarmee boekten we een overtuigende 5½-2½ slotzege.
Dit zijn de bevindingen van onze voltallige basisspelersteam.

René
Met wit speelde ik tegen Jan Webbink, de sterkste ZSG-er. De voorbereidingsinformatie die ik van Eric gekregen had, was op zijn best summier te noemen, met slechts één zwartpartij uit 1984. Daarin speelde hij een soort vertraagde Sveshnikov met de ingelaste zetten Lc1-f4-g5 voor wit en pion e7-e6-e5 voor zwart. Ik dacht dat het in elk geval geen kwaad kon om voor de partij de Sveshnikov even te bekijken, echter tot mijn verbazing kwam exact dezelfde variant op het bord! Eric, bedankt!
Omdat ik het vlug speelde, dacht zwart dat ik het goed kende. Daarom week hij vrij snel af en liet het gebruikelijke b5 achterwege, wat volgens mij een paar tempo’s scheelt in vergelijking met de hoofdlijnen. Hierdoor kon ik snel mijn paard van a3 naar e3 spelen en zo controle krijgen over de belangrijke velden d5 en f5. Om onder die druk uit te komen offerde zwart een pion, maar kreeg daar volgens mij niet echt compensatie voor, al duurde het vrij lang voor ik kon ontwikkelen. Met een pion extra en meer tijd op de klok was mijn plan om de stelling onder controle te houden en uit te spelen. Hoewel het nog even spannend leek te worden, bleken de complicaties uiteindelijk ruimschoots in mijn voordeel te werken.

Robbert
Ik speelde met zwart tegen een man van de andere kant van de IJssel (Heerde), Henk Abels. Via een c3 anti-Siciliaan kwamen we in een Frans-achtige structuur terecht. Het kostte me wat moeite om me te herinneren hoe dat ook al weer ging en een plan te verzinnen. Dat leverde een aardige achterstand op de klok op. Gelukkig gebruikte wit het overwicht dat hij kreeg in het middenspel niet effectief. Met een schijnoffer op d4 wist ik een pionnetje te snoepen, wat in het Frans toch vaak de weg naar winstkansen voor zwart moet zijn. Wit bleek niet of nauwelijks compensatie te hebben. Er werd nog een kwaliteit geofferd om de pion terug te winnen. Het eindspel met toren tegen loper bleek echter gewonnen voor zwart.

Radboud
Ik speelde met wit tegen Arjan de Vries. Hij deed het niet helemaal goed in de Aljechin en ik kreeg een goede stelling. Heel goed eigenlijk, maar dat zag ik pas in de auto op de terugweg. Ik had na een zet of 8 al winnend voordeel kunnen krijgen. Dat deed ik niet, maar ik bleef erg goed staan met ver opgerukte pionnen. Het was misschien toch wel wat spannender dan ik tijdens de partij dacht, maar de tijd hielp mee. Met nog 3 minuten voor hem speelde ik in een gewonnen stelling op een trucje en dat werkte. Leuke partij!
Ik vond het wel jammer dat het in Kampen was. Ik heb leukere slotrondes meegemaakt.

Chris
Het KonigsIndisch is een moeilijke opening! Wit speelde een minor-variant, zonder e4 maar met Lg5 en h3. Er maar een soort Wolga-gambiet van gemaakt. Na 20 zetten stond ik gewonnen en oplettende lezertjes weten dat het dan meestal fout gaat bij mij. Won een stuk bij de 33e zet. O, wacht even, dat paard kan met schaak ontsnappen (was een hallucinatie), maar met een koningszet haal ik het paard ook op. Maar die zet had ik al eerder verworpen wegens een schaak met de toren... remise.

Gerard
Wit kwam uitstekend uit de opening (Siciliaans, Najdorfvariant), maar liet kansen liggen en verzuimde "door te pakken". Het witte voordeel verschrompelde gestaag en het kwam tot een gelijkopgaande strijd in het middenspel. Na afruil ontstond een eindspel met lopers van gelijke kleur, met een iets betere stand voor wit. Meer dan remise zat er echter niet in.

King
Solide, maar vlak. Mijn omgekeerde Orang Oetan (b5 met zwart, al dan niet voorafgegaan door a6) haalde de witspeler vaak uit zijn comfortzone. Meestal voelen ze zich uitgedaagd en gaan dan moeite doen om te bewijzen dat "dit kan niet goed zijn". Doorgaans ontstaat er ruimte voor dynamisch en tactisch spel (spannend, leuk, altijd tweesnijdend). Deze keer was het anders: mijn tegenstander gebruikte veel tijd, speelde behoudend en liet uiteindelijk het initiatief aan mij over. Zo raakte ik zelf uit mijn comfortzone. Wijs geworden door enkele onnodige verliespartijen in het verleden bleef ik solide spelen totdat een grote vervlakking in een tamelijk gesloten stelling dreigde te ontstaan. Toen bood ik remise aan, want een halfje met zwart in deze fase van de strijd leek me een beter uitgangspositie dan complicaties forceren en spelen op alles of niets (nooit geweten dat ik ook heel berekenend kan zijn).

Eric
Mijn tegenstander was invaller Tristan van der Schaaf, een getalenteerde dertienjarige jeugdspeler wiens speelsterkte aanmerkelijk groter was dan zijn zwaar achterlopende rating (1326) deed vermoeden. In een zijlijn-Siciliaan bracht mijn vriendelijke opponent met zwart spelend gezonde zetten op het bord en pakte mijn opstelling volgens de regelen der schaakkunst aan. In het middenspel belandde ik in een omklemming waaruit ik me probeerde los te werken door een loper tegen twee pionnen en onduidelijke aanvalsperspectieven te offeren. Toen zwart even wat minder geconcentreerd was kon ik nog een soort klopjacht op de zwarte koning inzetten, maar zwart gaf geen krimp en smoorde mijn va banque eindschot koelbloedig.

Willem
In een Spaanse partij koos ik als zwartspeler voor de Siësta-variant. Dit was een variant waarmee Keres in 1948 onze volksheld Euwe versloeg. Mijn tegenstander had het toernooiboek over het WK-toernooi van 1948 niet gelezen! Na afloop van de partij vertelde hij dat. De partij verliep gunstig voor mij, mede omdat hij de openingsvariant niet eerder was tegengekomen. In het middenspel verminderde mijn stellingsvoordeel. Maar met een ijzersterk paard wist ik in het eindspel de winst te pakken.

Foto: de slotfase